
zaterdag, mei 05, 2007
Kunstredacteur NRC kraakt World Press Photo-tentoonstelling
Vandaag in NRC Handelsblad kraakt kunstredacteur Eddie Marsman de World Press Photo tentoonstelling in de Oude Kerk te Amsterdam. De uitvoering van de tentoonstelling, de keuze van de jury, er deugt allemaal weinig van in zijn 'artistieke' visie.
Een greep:
Ondanks de status en de kwaliteit van de deelnemers wil de tentoonstelling nog wel eens tegenvallen. Zo ook dit jaar. Vijfendertig panelen, opgehangen tussen fragiele paaltjes. Het staat er maar verloren bij. Mooi is anders. Dicht op elkaar zitten de foto's elkaar voortdurend in de weg. Je krijgt al na enkele panelen het gevoel overal hetzelfde te zien.
En wat het jury-oog betreft: het kijkt ook dit jaar weer op soms ondoorgrondelijke wijze. Waarom zou Oded Balilty een eerste prijs hebben gekregen voor een foto van een joodse koloniste die in haar eentje een compleet peloton politie wil tegenhouden, en Yonathan Weizmann slechts een derde voor zijn serie waarin even later die dag de wapenstokken neerkletteren op de hardleerse kolonistenhoofden?
Zoals het ook onbevattelijk is dat de Noor Espen Rasmussen een magere derde plaats kreeg voor een overzichtsfoto, gemaakt in het Pakistaanse bergdorp Balakot dat in 2005 zwaar getroffen werd door een aardbeving. Het is een ontroerende foto waarop in één oogstrelende beweging devotie, erbarmelijkheid en uithoudingsvermogen zijn vastgelegd.
Rasmussens foto's onttrekken zich, net als de foto's van Lowenstein, Cendón en Meyer (door Marsman geprezen als 'conceptuele kunstwerken' met 'artistieke perspectieven', red.) aan de sfeer van uitersten en calamiteiten die de fotojournalistiek eigen is. En ze blijven overeind in een tentoonstelling die foto's eerder egaliseert dan onderscheidt. Dat laatste zegt misschien wel meer over hun kwaliteit dan het feit dat ze een prijs kregen.
Misschien kan NRC Handelsblad de volgende keer beter een echte journalist naar World Press Photo sturen, in plaats van een kunstredacteur die minachtend neerkijkt op fotojournalistiek. (Die is immers, in Marsman's ogen, 'niet artistiek genoeg'.)
Dan kan Eddie Marsman zich voortaan weer fijn bezig houden met de zogenaamde 'kunstfotografie' van Rineke Dijkstra, Désiree Dolron, Erwin Olaf, Hellen van Meene, etcetera.
Een greep:
Ondanks de status en de kwaliteit van de deelnemers wil de tentoonstelling nog wel eens tegenvallen. Zo ook dit jaar. Vijfendertig panelen, opgehangen tussen fragiele paaltjes. Het staat er maar verloren bij. Mooi is anders. Dicht op elkaar zitten de foto's elkaar voortdurend in de weg. Je krijgt al na enkele panelen het gevoel overal hetzelfde te zien.
En wat het jury-oog betreft: het kijkt ook dit jaar weer op soms ondoorgrondelijke wijze. Waarom zou Oded Balilty een eerste prijs hebben gekregen voor een foto van een joodse koloniste die in haar eentje een compleet peloton politie wil tegenhouden, en Yonathan Weizmann slechts een derde voor zijn serie waarin even later die dag de wapenstokken neerkletteren op de hardleerse kolonistenhoofden?
Zoals het ook onbevattelijk is dat de Noor Espen Rasmussen een magere derde plaats kreeg voor een overzichtsfoto, gemaakt in het Pakistaanse bergdorp Balakot dat in 2005 zwaar getroffen werd door een aardbeving. Het is een ontroerende foto waarop in één oogstrelende beweging devotie, erbarmelijkheid en uithoudingsvermogen zijn vastgelegd.
Rasmussens foto's onttrekken zich, net als de foto's van Lowenstein, Cendón en Meyer (door Marsman geprezen als 'conceptuele kunstwerken' met 'artistieke perspectieven', red.) aan de sfeer van uitersten en calamiteiten die de fotojournalistiek eigen is. En ze blijven overeind in een tentoonstelling die foto's eerder egaliseert dan onderscheidt. Dat laatste zegt misschien wel meer over hun kwaliteit dan het feit dat ze een prijs kregen.
Misschien kan NRC Handelsblad de volgende keer beter een echte journalist naar World Press Photo sturen, in plaats van een kunstredacteur die minachtend neerkijkt op fotojournalistiek. (Die is immers, in Marsman's ogen, 'niet artistiek genoeg'.)
Dan kan Eddie Marsman zich voortaan weer fijn bezig houden met de zogenaamde 'kunstfotografie' van Rineke Dijkstra, Désiree Dolron, Erwin Olaf, Hellen van Meene, etcetera.